HOE HET BEGON..
Ingenieur Piet de Sonnaville afgestudeerd aan de Landbouw Hogeschool te Wageningen, had een boomgaard in Altforst. Daar ontwikkelde hij verschillende nieuwe appelrassen. Na zijn studietijd tijdens de oorlogsjaren, kreeg hij opdracht van Prof. Sprenger om alle rassen van appel (1200) peer (700) en pruim (400) uit de Benelux in beeld te brengen en uit te planten op proeftuin van het IVT, de Santackers te Elst, waar hij werkte.
De rassen “ Karmijn de Sonnaville “, “de Oranje de Sonnaville”, “de Septerappel “, “de Meiprinses”en” de Karmozijn “ werden veredeld op zijn fruitbedrijf, Dit veredelingswerk heeft hij zijn hele verdere leven gedaan omdat hij dit belangrijk vond voor de fruitsector.
Op het laatst van zijn leven heeft hij een aantal zaailingen achtergelaten, waaronder de LOLA. “De LOLA is een kruising van “Elstar” met (“Meiprinses” x “Gloster”). Deze appel viel gelijk op door zijn roze uiterlijk en zijn heerlijke zoet/lichtzure smaak.